de zwangere vrouw
Hart en bloedsomloop.
Tijdens de zwangerschap moet het hart van de vrouw harder werken omdat het meer bloed naar de baarmoeder moet pompen naarmate de foetus groter wordt. Aan het eind van de zwangerschap gaat eenvijfde van het bloedvolume van de vrouw naar de baarmoeder. Tijdens de zwangerschap neemt de hoeveelheid bloed die door het hart wordt rondgepompt (hartminuutvolume) met 30 tot 50% toe. Naarmate het hartminuutvolume toeneemt, stijgt ook de hartfrequentie in rust van de normale 70 slagen per minuut vóór de zwangerschap tot 80 of 90 slagen per minuut. Bij lichamelijke inspanning stijgen het hartminuutvolume en de hartfrequentie bij een zwangere vrouw sterker dan bij een vrouw die niet zwanger is. Tijdens de bevalling neemt het hartminuutvolume met nog eens 10% toe. Na de bevalling daalt het hartminuutvolume aanvankelijk snel en daarna langzamer. Ongeveer 6 weken na de bevalling is het niveau van vóór de zwangerschap bereikt. Meestal daalt de bloeddruk in het tweede trimester, maar deze kan in het derde trimester weer op het normale niveau van vóór de zwangerschapkomen. Het bloedvolume neemt tijdens de zwangerschap met 50% toe. De hoeveelheid vocht in het bloed neemt sterker toe dan het aantal rode bloedcellen (die zuurstof transporteren). Dit leidt tot een lichte bloedarmoede (anemie), maar dat is normaal. Om onbekende redenen stijgt het aantal witte bloedcellen (die infecties bestrijden) tijdens de zwangerschap in lichte mate en tijdens de bevalling en in de eerste dagen erna zelfs aanzienlijk.
In rugligging kan de vergrote uterus de vena cava inferior (onderste holle ader) en de aorta dichtdrukken. Hierdoor stagneert de veneuze return naar het hart en neemt de cardiac output af. Bij de patiënte zie je dan: hypotensie (vena cava syndroom), duizeligheid, onbehaaglijkheid, misselijkheid.
Luchtwegen.
Door de toegenomen productie van het hormoon progesteron worden de hersenen tot een verlaging van de kooldioxidespiegel in het bloed aangezet. Dit heeft tot gevolg dat een zwangere vrouw sneller en dieper ademt om meer kooldioxide uit te ademen en de kooldioxidespiegel laag te houden. De omvang van de borstkas van de vrouw neemt iets toe.
Vrijwel elke zwangere vrouw raakt bij inspanning wat sneller buiten adem, vooral tegen het eind van de zwangerschap. Bij een zwangere vrouw stijgt de ademhalingsfrequentie tijdens lichamelijke inspanning meer dan bij een vrouw die niet zwanger is.
Doordat er meer bloed wordt rondgepompt, wordt het slijmvlies van de luchtwegen meer doorbloed en zwelt dit wat op, waardoor de luchtwegen worden vernauwd. Daardoor lijkt de neus soms verstopt en kunnen de buizen van Eustachius (die het middenoor met de keelholte verbinden) verstopt raken. De hoogte en de klank van de stem van de vrouw kunnen wat veranderen.
PROBLEMEN BIJ ZWANGERE TRAUMA PATIENTEN
Premature geboorte:
Een te vroege bevalling is de meest voorkomende complicatie bij een zwangere trauma patiënte. Alerte patiënten zullen tekenen van premature geboorte opmerken, maar patiënten die buiten bewustzijn zijn of die zijn geïntubeerd, zijn hier niet toe in staat. Premature geboorte kan letsel bij de moeder betekenen die tot op dat moment nog niet is vastgesteld. Als de diagnose premature geboorte is gesteld en de moeder stabiel is zonder dat er sprake is van een ruptuur, kan men overgaan tot het geven van medicatie om baarmoedercontracties te remmen (weeën remmers).
Tekenen en symptomen:
- meer dan 6 weeën per uur [patiënte kan dit wel en soms ook niet voelen]
- rugpijn
- helder of bloederig vaginaal vocht
- cervix ontsluiting of verstrijking.
Solutio placenta
Een solutio placenta is een gedeeltelijke of volledige loslating van de normaal geïmplanteerde placenta in de baarmoederwand. Het is een veel voorkomende oorzaak van foetale dood bij trauma’s. Wees bedacht op loslating van de placenta wanneer er sprake is van vaginale bloeding bij de patiënte. De tekenen en symptomen kunnen vaag zijn, vooral in het geval van een partiële loslating. Veranderingen in de foetale hartslag kunnen de enige indicatie zijn. Een solutio placenta kan ontstaan tot 48 uur na het trauma!! Een echo onderzoek moet in de beginfase plaatsvinden en moet herhaalt te worden als de tekenen en symptomen van bloedverlies bij de moeder toenemen of als er tekenen zijn van foetale nood.
Klachten en symptomen:
- vaginaal bloedverlies (soms ook niet aanwezig als bloed retroplacentaal blijft)
- gevoeligheid van de baarmoeder
- premature geboorte
- abdominale pijn of kramp
- bloedverlies bij de moeder en tekenen van hypovolemische shock
- foetale nood
- toegenomen hoogte van de fundus.
Uterus ruptuur:
Een uterus ruptuur is zeldzaam, maar kan voorkomen bij patiënten met een extreem compressie letsel en/of patiënten met een keizersnede in de voorgeschiedenis. Een uterus ruptuur kan geassocieerd worden met een blaas ruptuur, waarbij bloed of meconium ( de eerste baby ontlasting) in de urine hierop wijzen. Een uterus ruptuur leidt vaak tot foetale dood. De ruptuur is vaak moeilijk te herstellen en leidt vaak tot een hysterectomie (het verwijderen van de baarmoeder). Een vroege diagnose en het herstellen van kleine rupturen kan bloeding bij de moeder en gevaar voor de foetus voorkomen.
Klachten en symptomen:
- buikpijn: de patiënte kan een anamnese hebben van acute pijn gevolgd door geen pijn
- baarmoeder gevoeligheid
- moeilijkheden bij het bepalen van de fundus hoogte
- veranderingen of verlies van de normale contouren van de uterus; foetale delen kunnen beter te palperen zijn
- een palpabele massa buiten de uterus ( dit kan de foetus zijn )
- vaginaal bloedverlies
- bloedverlies bij de moeder en tekenen van hypovolemische shock
- afwezigheid van foetale harttonen
Maak jouw eigen website met JouwWeb